-
Fietsfact
Licht op groen voor Rotterdamse fietsers
Ben jij ook wel eens van de Schieweg tot het Hofplein doorgefietst zonder rood licht? Dat is geen mazzel, maar speciaal zo ingesteld om het leven van de Rotterdamse fietser aangenamer te maken. Mark Simons (adviseur verkeersmanagement bij de gemeente Rotterdam) legt uit wat de gemeente met verkeerslichten doet om fietsers steeds veiliger en comfortabeler door de stad te loodsen.
Wie regelmatig door Rotterdam fietst, is misschien al opgevallen dat dat steeds een beetje makkelijker gaat. En dat komt mede door aanpassingen in de fietsverkeerslichten. “We zijn al een jaar of 10 bezig om, kruispunt voor kruispunt, het leven makkelijker te maken voor fietsers”, legt Mark uit. “We hebben met het college van B&W afgesproken dat we elk jaar ongeveer 25 plekken aanpakken. Die maken we veiliger, comfortabeler of handiger. Of we doen het allemaal.”
Lage lichten
Een kruispunt comfortabeler maken klinkt misschien vreemd, maar is niet heel ingewikkeld. Mark: “Het kan vaak al met een eenvoudige ingreep, door een tweede verkeerslicht te maken dat lager op de paal zit. Als fietser moet je zonder zo’n lager verkeerslicht óf heel erg omhoog blijven kijken tot je groen hebt, óf meer afstand houden tot het verkeerslicht. Dat eerste is niet prettig voor je nek en het tweede betekent dat de ruimte voor het stoplicht niet efficiënt wordt gebruikt. Dan komen fietsers te dicht op elkaar te staan. Daarom zie je dus inmiddels bijna overal in de stad die extra verkeerslichten lager op de palen.”
Dat dicht op elkaar staan van fietsers is sowieso iets dat wordt aangepakt: “Op veel plekken vergroten we de opstelruimtes: de plekken voor de verkeerslichten waar fietsers staan te wachten. Dan kunnen er meer fietsers tegelijk doorfietsen en hinderen ze kruisende fietsers minder. Een mooi voorbeeld daarvan vind je op het Eendrachtsplein.”
Precies op tijd groen
Wat fietsers ook fijn vinden, is dóórtrappen. En daar kunnen Mark en zijn collega’s bij helpen. “Op steeds meer plaatsen in de stad liggen detectielussen onder het asfalt van het fietspad. Die lussen ‘voelen’ dat je eroverheen fietst. Als je ze op een bepaalde afstand van het verkeerslicht plaatst, gaat het licht precies op tijd op groen. Of het blijft juist iets langer groen, omdat het weet dat je eraan komt”, legt Mark uit.
Het leven van fietsers veraangenamen, is vaak maatwerk. “We hebben natuurlijk meer verkeer in de stad. Het is ook belangrijk dat de auto’s niet te lang stil komen te staan. Dus we bepalen echt per kruising wat er kan. Waar het kan, of waar het moet, krijgen fietsers voorrang. Op sommige plekken krijgen fietsers in de cyclus van de verkeerslichten 2 keer groen en de auto’s maar 1 keer. En bijvoorbeeld bij de Erasmusbrug hebben we het zo geregeld dat je als fietser heuvel-af niet ineens heel hard hoeft te remmen voor het verkeerslicht maar door een ‘groenvoorspeller’ vóór de kruising al ziet of je door kan rijden of niet.”
Wachtverzachters
De gemeente doet er alles aan om het voor fietsers zo prettig mogelijk te maken in de stad. Overdekt fietsen als het regent, zit er helaas nog niet in. Maar de wachttijd bij het verkeerslicht is straks op alle kruisingen zo kort mogelijk. “Op of onder de 45 seconden wachttijd is het streven. Dat is wat fietsers ook aangeven als acceptabel. We laten dat op bepaalde plekken zien met zogenaamde wachtverzachters: lichtjes die aftellen tot het licht op groen gaat. Dan weet je als fietser waar je aan toe bent, en dat je minder dan een minuut staat te wachten.”
Op andere plekken kan je als fietser zien hoe je het snelst over een kruispunt kan fietsen, linksom of rechtsom. Mark: “Die signalen gaan ook ‘mee’ in de cyclus van verkeerslichten. Dus als het systeem weet dat de lichten op jouw fietspad bijna op rood gaan, adviseert het je om af te slaan. Dan heb je de snelste route. Zo doen we er alles aan om het leven van de fietser te verlichten.”