• Zo doe je dat

Slaag jij voor het fiets verkeersexamen?

Deze week doen basisschoolleerlingen door het hele land mee aan het theorieonderdeel van het verkeersexamen op de fiets. Maar hoe zit het met jouw kennis?

1. Hoeveel meter moet je afstand houden rondom grote voertuigen?
A. Minstens 1 meter
B, Minstens 2 meter
C. Minstens 3 meter
D. Minstens 4 meter

2. Wie moet je voor laten gaan als je uit een uitrit komt fietsen?
A. Alleen voetgangers van links en rechts.
B, Alleen bestuurders van links en rechts.
C. Voetgangers en bestuurders van links en rechts.
D, Niemand, want je mag zelf voorgaan.

3. Welke borden hebben geen vaste vorm en kleur?
A. Je moet hier … borden
B. Kijk hier is … borden
C. Voorrangsborden
D. Pas op … borden

4. Welke afspraak geldt bij een gewone kruising?
A. Als je fietst, moet je voorrang krijgen van iedereen die van rechts komt rijden.
B. Als je fietst, moet je voorrang geven aan iedereen die van rechts komt rijden.
C. Als je fietst, moet je voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.
D. Als je fietst, moet je voorrang krijgen van iedereen die van links en rechts komt rijden.

5. Je fietst op een rotonde. Een auto rijdt op de rotonde en wil afslaan. Wie gaat eerst?
A. Jij, want rechtdoor op dezelfde weg gaat voor.
B. Jij, want je hebt voorrang.
C. De auto, want die heeft voorrang.
D. De auto, want rechtsaf op een rotonde gaat voor.

De antwoorden
Het antwoord op vraag 1 is optie c, je houdt dus minstens drie meter afstand van grote voertuigen. Als jij op deze afstand blijft, dan kan de vrachtwagenchauffeur jou goed zien. Haal ook nooit rechts in bij een groot voertuig, deze snijden vaak af en daardoor kan jij in de knel komen.

Bij vraag 2 is het antwoord ook optie c, als jij uit een uitrit komt fietsen verleen je voorrang aan voetgangers en bestuurders van links en rechts. Dit geldt ook als je uit een erf komt fietsen.

Bij vraag 3 is het antwoord wederom optie c, de verkeersborden zonder vaste vorm en kleur zijn de voorrangsborden. Borden die wel een vaste kleur hebben zijn de ‘je moet hier… borden’, denk dan aan de blauwe ronde borden die aangeven dat je ergens moet lopen. Dat geldt ook voor de ‘Je mag hier niet’…. borden, deze zijn altijd rond en hebben een rode rand, bijvoorbeeld ‘je mag hier niet fietsen’.

Voor vraag 4 is optie b de juiste. Als je fietst, moet je voorrang geven aan iedereen die van rechts komt rijden.

Tot slot vraag 5, hier is optie a juist. Jij hebt voorrang in deze situatie, want rechtdoor op dezelfde weg gaat voor. Deze regel geldt als je te maken hebt dat niet uit een zijweg komt, het verkeer is met jou op dezelfde weg, dus tegemoetkomers en achteropkomers. Deze regel ‘rechtdoor op dezelfde weg gaat voor’, geldt ook voor voetgangers.

Hopelijk ben je geslaagd. Zo niet, dan is het misschien tijd weer eens de oude theorieboeken erbij te pakken. Neem ook een kijkje op de website van het verkeersexamen voor meer informatie.